A. Un jour, dans le jardin paternel, au moment de prendre une feuille de charmille, je m’émerveillai tout à coup de me sentir le maître absolu de cette action, tout insignifiante qu’elle était. Faire, ou ne pas faire! Tous les deux si également en mon pouvoir! Une même cause, moi, capable au même instant, comme si j’étais double, de deux effets tout à fait opposés! et, par l’un, ou par l’autre, auteur de quelque chose d’éternel, car quel que fût mon choix, il serait désormais éternellement vrai qu’en ce point de la durée aurait eu lieu ce qu’il m’aurait plu de décider. Je ne suffisais pas à mon étonnement ; je m’éloignais, je revenais, mon coeur battait à coups précipités.

B. J’allais mettre la main sur la branche, et créer de bonne foi, sans savoir, un mode de l’être, quand je levai les yeux et m’arrêtai à un léger bruit sorti du feuillage.

C. Un oiseau effarouché avait pris la fuite. S’envoler, c’était périr : un épervier qui passait le saisit au milieu des airs.

D. C’est moi qui l’ai livré, me disais-je avec tristesse : le caprice qui m’a fait toucher cette branche, et non pas cette autre, a causé sa mort. Ensuite, dans la langue de mon âge (la langue ingénue que ma mémoire ne retrouve pas), je poursuivais: Tel est donc l’enchaînement des choses. L’action que tous appellent indifférente est celle dont la portée n’est aperçue par personne, et ce n’est qu’à force d’ignorance que l’on arrive à être insouciant. Qui sait ce que le premier mouvement que je vais faire décidera dans mon existence future?

E. Peut-être que de circonstance en circonstance toute ma vie sera différente, et que, plus tard, en vertu de la liaison secrète qui par une multitude d’intermédiaires rattache aux moindres choses les événements les plus considérables, je deviendrai l’émule de ces hommes dont mon père ne prononce le nom qu’avec respect, le soir, près du foyer, pendant qu’on l’écoute en silence.

(332 woorden)
Bron:
https://juleslequier.wordpress.com/la-feuille-de-charmille/

A. Op een dag, in de tuin van mijn ouderlijk huis, raakte ik op het moment dat ik een heggenblad wou plukken plotseling opgetogen over het feit dat deze daad, hoe onbeduidend ook, volledig in mijn macht lag. Doen of niet! Beide mogelijkheden stonden gelijktijdig voor mij open. Een enkele oorzaak, ík, op hetzelfde moment in staat tot twee totaal tegengestelde gevolgen. En door zowel het een als het ander de aanstichter van iets eeuwigs, want welke keus ik ook zou maken, het zou voortaan eeuwig waar zijn dat gedurende dat eigenste ogenblik datgene had plaatsgevonden wat door mij was beslist. Ik stond paf van verbazing; ik liep weg, ik kwam weer terug, mijn hart ging als een razende tekeer.

 

B. Ik wou net mijn hand aan de tak slaan en geheel te goeder trouw en zonder het te beseffen een manier van zijn creëren, toen ik me inhield en mijn ogen opsloeg vanwege een geritsel tussen het gebladerte.

 

C. Een opgeschrikte vogel had de vlucht genomen. Opvliegen kwam neer op ten onder gaan: een passerende sperwer greep hem in de lucht.

 

D. Ik heb hem uitgeleverd, zei ik treurig tot mezelf: de bevlieging die mij juist déze tak liet aanraken en niet die andere heeft zijn dood veroorzaakt. Vervolgens zei ik in de taal die bij mijn leeftijd paste (die argeloze taal die ik me niet meer herinneren kan): zó zijn de dingen dus aaneengeschakeld. Een verrichting die iedereen koud laat is domweg een verrichting waarvan niemand de reikwijdte overziet, en slechts door onwetendheid lukt het je om onbezorgd te zijn. Wie weet wat de eerste beweging die ik nu ga maken voor effect zal hebben op mijn toekomstige bestaan?

 

E. Misschien zal mijn hele leven van A tot Z anders zijn en misschien zal ik later krachtens de geheimzinnige band die via via de belangrijkste voorvallen vastkoppelt aan niemendalletjes, wedijveren met die mensen wier naam voor mijn vader slechts met eerbied wordt uitgesproken, 's avonds als we zwijgend naar hem zitten te luisteren bij de haard.

 

(338 woorden)

Bron:

http://www.dbnl.org/tekst/_rev002199801_01/_rev002199801_01_0066.php

Ook verschenen in het boek Zeepijn (1999. P.67-68)